Met zijn boek ROLE MODELS heeft fotograaf Ed Leatemia een duidelijk doel voor ogen: de eerste generatie Molukkers in Nederland eren maar vooral ook volgende generaties inspireren. Op 21 maart 2021 is het precies zeventig jaar geleden dat de eerste Molukkers voet aan Nederlandse wal zetten. In ROLE MODELS licht Leatemia, in woord en beeld, zeventig Molukse succesverhalen uit, afkomstig van de tweede tot en met de (huidige) vierde generatie. Leatemia: “Je kunt niet hopen op een beter verleden, maar je kunt wel bouwen aan een hoopvolle toekomst.”
Tekst: Karin Koolen
“Kom maar naar boven, achtste etage!”, roept Ed Leatemia enthousiast door de intercom als we op een woensdagmiddag aanbellen bij het appartementencomplex in Pendrecht. Boven aangekomen verschijnt een goedlachse Leatemia in de deuropening, fris en tot in de puntjes verzorgd. Niets verraadt op het eerste gezicht de vele zware, destructieve jaren die zijn leven gekend heeft. Straks zal hij zijn leeftijd verklappen maar Leatemia kan met gemak voor tien jaar jonger door.
Vandaag (16 maart 2021) heeft Ed Leatemia het eerste exemplaar van zijn boek overhandigd aan Johnny Manuhutu van Massada: een van de 70 rolmodellen uit zijn boek. De totstandkoming van ROLE MODELS was een intensief traject van bijna twee jaar. Op het moment van schrijven komt hij net uit Gent, waar het boek – een uitgave van Kyosei – gedrukt is.
“Ik kan je al wat laten zien.’’ Leatemia staat op en haalt een grote rol tevoorschijn. Behoedzaam legt hij het glanzende papier – vier pagina’s per vel – uit op de eettafel: het eerste katern. De zeventig Nederlandse Molukkers die een plek in het boek kregen, zijn wisselend in kleur en zwart-wit gefotografeerd. “Maar wel met altijd dezelfde achtergrond”, vertelt de fotograaf. “Dat symboliseert de saamhorigheid onder ons. Het boek bestaat ook uit kleuren die gebaseerd zijn op de Molukse vlag; dat was een idee van de ontwerpers van Veenman+.”
Kaper
Het boek opent met Johnny Manuhutu, het oudste rolmodel en – net als Leatemia zelf – een tweedegeneratie Molukker. “Johnny is de leider en oprichter van de band Massada. Zij waren hét succesverhaal van Molukkers in de jaren zeventig. Ik heb er bewust voor gekozen het boek te openen met de oudste en te sluiten met de jongste; dat staat symbool voor het werken naar de toekomst. Ik ga Johnny op 16 maart, de dag dat het boek uitkomt, het eerste exemplaar overhandigen.”
Op de eettafel ligt ook Ron Habiboe, een historicus. Elk rolmodel opent met paginagroot zijn of haar naam, daarnaast de foto. Als we de bladzijde omslaan, zien we een treffende quote krachtig uitgelicht en daarnaast het ‘succesverhaal’ in twee kolommen uitgeschreven. Leatemia wijst op een ander portret: “Ken je hem? Abé. Hij is schrijver en produceert nu theater, maar hij was ook een van de eerste treinkapers.”
Pandan cake
We hebben inmiddels plaatsgenomen aan de eettafel, waar Leatemia’s verloofde Mary een schaal met zelfgebakken pandan cake tussen de dampende koppen thee neerzet.
Twee jaar terug diende zich bij Leatemia de vraag aan: hoe kan ik mijn volk dienen, hoe kan ik hen tot zegen zijn? “Ik heb mijn volk lief”, licht hij toe, “en wilde graag iets voor hen terugdoen. Hen in een positief licht stellen. Ik fotografeerde destijds al veel Molukse events maar ik wilde graag zelf iets initiëren. Hoe kan ik mijn talent gebruiken, vroeg ik me af.”
Leatemia raakte geïnspireerd, naar eigen zeggen door de Holy Spirit, om zich te richten op Molukse succesverhalen. Op rolmodellen, of dat nu op het gebied van sport, cultuur of ondernemen was. Na veel research en gesprekken, ging hij aan de slag met de eerste tien succesverhalen uit zijn eigen netwerk. “Via via werden dat er al snel dertig, vijftig… Ineens besefte ik: in 2021 is het zeventig jaar geleden dat Molukkers naar Nederland kwamen. Dat leek me mooi. Honderd was ook gelukt, maar dit is beter.”
Wat definieerde Leatemia als succes, tijdens het maken van ROLE MODELS? “Die vraag heb ik mezelf natuurlijk ook gesteld. Iemand die zijn eigen doelen behaalt, is succesvol. Zo simpel is het voor mij. Wat die doelen ook zijn, want die bepaal jij. Succes gaat voor mij ook om leiderschap. En dat begint in het goed leiden van je eigen leven.”
Ambon
Leatemia groeide op als kind van de eerste generatie Molukkers in Nederland. “Ik was een tiener in de jaren zeventig, de jaren van de treinkapingen, van de harde, radicale acties. Ik had als kind geen rolmodellen, er waren geen succesverhalen waar je je aan kon spiegelen. Onze vaders waren soldaten van de KNIL, de moeders waren huisvrouwen. Andere beroepsgroepen waren er niet. We leefden geïsoleerd in barakkenkampen en mochten niet deelnemen aan de samenleving. Ons gezin woonde tot 1961 in het Kapucijnenklooster in Eijsden en verhuisde daarna naar de Molukse wijk in Maastricht. Iedereen was ook gefocust op terugkeer naar de Molukken. ‘Sioh Tuhan é, kapan katong pulang?’, verzuchtten mijn ouders vaak: ‘Mijn God wanneer gaan we naar huis?’ Niets was in die tijd gericht op integreren in Nederland.”
In de jaren tachtig werd het idee van terugkeer naar de Molukken losgelaten en ging men zich wel richten op een duurzaam verblijf in Nederland. “Maar als je dertig jaar lang hebt stilgestaan, en je focus was daar en niet hier, heb je je als volk niet kunnen ontwikkelen”, stelt Leatemia. “Nu zie ik uitschieters, de toppers komen eraan en de inhaalslag gaat hard, deels ook door internet en social media, en een ander soort ondernemerschap dat nieuwe wegen opent. Je ziet de ontwikkeling van reactieve leiderschap naar creatieve leiderschap. Het laat ook de veerkracht van een volk zien. Dat doet me deugd.”
LTS
De treinkapingen en andere acties bepaalden een belangrijk deel van de jeugd van de tweedegeneratie Molukkers, stelt Leatemia. “Het maakten ons als tieners heel bewust van de strijd. Je ging je afvragen: waarom zijn we hier, wat gebeurt er met ons, wie ben ik?”
Hij haalt een herinnering op: “Op de basisschool moest ik naar de directiekamer voor het schooladvies – daar zaten twee witte mannen. Ik wilde destijds heel graag naar de MEAO maar er werd gezegd: “Ed, jongen, ga jij nou maar lekker naar de LTS.” Tot mijn grote frustratie want ik kon echt goed leren. Mijn zus Caroline deed HBS, Ann zat op de MEAO en Boet deed de Sociale Academie.”
Na die tijd ging het snel bergaf met Leatemia. “Ik had geen doel voor ogen. Ik vluchtte in drugsgebruik, criminaliteit. Het was de tijd van heroïne, van de Zeedijk en later Perron Nul en de ganzenhoef in de Bijlmer. Ik heb dertig jaar drugs gebruikt waarvan zeventien jaar heroïne, cocaïne en methadon. Er was was toen nog niets bekend over drugs en verslaving, laat staan voor onze ouders uit de Molukken. Die snapten niet wat ons overkwam. Bedenk je ook, het was geen cultuur van praten. We leefden Spartaans. Gehoorzamen en discipline – daar draaide het om. Onze ouders hadden een leven lang onder koloniaal bewind gezeten in Indonesië, kampten vaak met oorlogstrauma’s. Onze vaders waren soldaten, een soldaat diende te gehoorzamen. Het volk dat naar Nederland kwam, beschikte niet over een algemeen kader. Dat volk was diep teleurgesteld en getraumatiseerd en bracht die frustraties over op de kinderen. Het kreeg een rol te vervullen waarvoor zij niet rijp was, namelijk het leiden van sociaal-maatschappelijke en geestelijke organisaties, het behartigen van de belangen van de KNIL en zorgen voor de verwezenlijking van de RMS. Door verdeeldheid, frustraties, slecht onderwijs en gebrek aan kennis faalden zij.”
Het keerpunt voor Leatemia was zijn geloof. “In 2003, na zeventien jaar verslaving, ging mijn toenmalige vrouw bij me weg en heb ik me tot God gewend, voor kracht, voor steun. Binnen een week was ik van de heroïne af, in twee weken van de cocaïne en daarna ook van methadon. Ik kan nu met trots en opluchting zeggen dat ik echt bevrijd ben van drank en drugs.”
Fotografie
Met fotografie begon Leatemia in de jaren zeventig al. “Mijn broer was een echt politiek strijder, een van de toenmalige leiders zelfs. Hij kwam thuis met bladen als Nieuwe Revue, Vrij Nederland, NRC, de Volkskrant… Ik keek dan eindeloos naar de foto’s, sommige fotografen bewonderde ik.” Voor dertig gulden kocht Leatemia een Zenith camera. “Ik begon van alles te fotograferen. Achteraf denk ik dat fotografie me zo aansprak omdat het een goed medium was om mezelf te uiten. Tijdens een demonstratie van Europese vakbonden in Maastricht stond ik met mijn camera ineens tussen al die grote jongens. Wat was ik trots toen míjn foto’s op de voorpagina’s pronkten. Maar ja, daarna viel ik terug. Ik heb alles verpatst voor niks. Inclusief mijn doka, duur spul. Allemaal verpatst voor drugs.”
Pijnlijk? Leatemia haalt zijn schouders op ten teken dat het wat hem betreft tot het verleden behoort. “Ja natuurlijk, maar weet je” – hij leunt naar voren – “je kunt niet hopen op een beter verleden. Je kunt alleen maar bouwen aan een hoopvolle toekomst.” Hij herhaalt de woorden nog een paar keer. “Dat heb ik geleerd. Ik heb twee jaar in de gevangenis gezeten, in de Koepel in Breda. Daar kwam Kees Van Zijtveld eens langs, een bekende mental coach. Tijdens een gesprek keek hij me aan met zo’n intense blik en zei: “Je kunt niet hopen op een beter verleden, Ed.” Is me altijd bijgebleven! Maar ik kan wel bouwen aan een hoopvolle toekomst, voegde ik er later voor mezelf aan toe.”
En precies díe boodschap wil Leatemia uitdragen met zijn boek. “Molukkers zijn vaak geneigd naar het verleden te kijken”, zegt hij, “naar onrecht dat ons is aangedaan, naar beloften van de staat die nooit zijn nagekomen. Het is nu tijd om ons eigen verhaal te maken. Mijn boek is een statement en hopelijk een inspiratie om het heft in ons eigen hand te nemen. Aan de hand van deze rolmodellen.”
Ouders
Wat leerde hij zelf tijdens het maken van het boek? Leatemia blaast even uit; een diepe vraag. Mary komt net de keuken uit met een schaal pasteitjes. “Naar traditioneel Moluks recept”, zegt Leatemia trots. Hij neemt een slok van zijn water. “Wat was je vraag ook alweer – o ja, wat ik geleerd heb. Ach weet je, ik ben nu zo druk met de lancering.” Hij gebaart naar een stapel kaartjes. “Met de bedankkaartjes die de deur uit moeten bijvoorbeeld – ik moet er nog achthonderd schrijven. Maar straks ga ik alles teruglezen en dan leer ik nog meer dan ik al gedaan heb.”
De verhalen die hij optekende, lieten hem reflecteren op zijn eigen jeugd en leven, zegt hij na een tijdje. “De belangrijkste les die ik leerde, is dat wij wel degelijk rolmodellen hadden. Voor ik met dit boek begon, dacht ik van niet, maar we hadden ze wél. Onze ouders! Die wilden geen rellen, die wilden dat wij gewoon naar school gingen, werk zouden zoeken. Na alle gesprekken zie ik dat nu in. Nee, we hadden toen geen grote succesverhalen, maar onze ouders waren toen al onze voorbeelden.”
Te voet
Hij is trots op zijn boek, dat bomvol inspirerende verhalen staat die bij veel lezers herkenning zullen geven. Zoals het verhaal van Stefan Siwabessy, de bandleader van Waylon: “Stefan vertelde me hoe hij een paar jaar geleden naar de Molukken ging, met zijn opa en oma en alle kinderen en kleinkinderen. Ze reden met de auto naar opa’s geboortedorp en opa wilde dat ze het laatste stuk te voet gingen. Bij de ingang van het dorp stond zijn broer alle kinderen op te wachten, om hen na veertig jaar thuis welkom te heten.” Leatemia valt even stil. “Ja… Ja zo’n verhaal raakt mij enorm, ik zie dat voor me, ik weet hoe het voelt omdat ik het zelf ook meemaakte. Als wij naar de Molukken gaan noemen we dat ook niet vakantie maar ‘pulang’: naar huis gaan.”
Trots is hij overigens op álle rolmodellen in zijn boek. Op Ben Maelissa, om er een te noemen; zakenman en consul voor Zwitserland die de top bereikte. Op de Rotterdamse artiest Joshua Timisela, die duizenden Molukkers naar de theaters trok. Op zijn nichtje Jaïra, die internationale dansprijzen wint. Maar ook op Annelies Pattiwael, die zich inzet om kinderen een betere toekomst te geven.
Of hijzelf een rolmodel is? Dat oordeel laat hij graag aan anderen over. “Als ik anderen kan inspireren om met gebruik van hun talenten succesvol te zijn, dan heb ik mijn doel bereikt. Ik hoop vooral dat mijn boek de eerste generatie Molukkers in ons land eert, dat het hen, onze (voor)ouders, recht doet. Maar ook dat het mensen inspireert om in het hier en nu te leven en er wat van te maken. Niet alleen de Molukkers maar ook andere bevolkingsgroepen die in de minderheid zijn. Want – ik zeg het nog maar een keer – niemand kan hopen op een beter verleden, maar we kunnen allemaal bouwen aan een betere, hoopvolle toekomst.”
Klik hier om jouw exemplaar van ROLE MODELS, 70 Molukse succesverhalen te bestellen.